Kweken van de Panaeolus cyanescens

De Panaeolus cyanescens en de Panaeolus tropicalis zijn nagenoeg op dezelfde manier te kweken. Daarbij is deze manier eigenlijk niet zo heel erg anders dan het kweken van de Psilocybe cubensis op stro.

Wel zijn de Panaeolus cyanescens en de Panaeolus tropicalis in vele opzichten een stuk kwetsbaarder dan de Psilocybe cubensis. Kwetsbaarder in die zin dat deze 2 soorten meer eisen stellen aan de voorziening en naleving van de juiste groeiomstandigheden dan de Psilocybe cubensis. Dat deze soorten kwetsbaarder zijn kan je ook zien aan het mycelium. Het mycelium is in het algemeen een stuk minder rhizomorph dan het mycelium van de Psilocybe cubensis.

Het is mogelijk om bij de Psilocybe cubensis af en toe af te wijken van de ideale condities en nog steeds een prima oogst te behalen. Bij de kweek van de Panaeolus cyanescens en de Panaeolus tropicalis kan het wel of niet naleven van de ideale condities het verschil zijn tussen wel of helemaal geen paddenstoelenoogst.

Benodigdheden:

  • Broed
  • Stro
  • Mest
  • Vermiculiet
  • Casing
  • Filterzakken
  • Sealapparaat

Het eerste wat je moet hebben voor de kweek van deze paddestoelen is sterk broed. Rogge is de meest gangbare basis voor broed. Het is verstandig om de rogge te inoculeren met een sterke single strain op agar in plaats van een sporenspuit.

Als het broed geheel is gekoloniseerd, is het tijd voor het klaarmaken van het substraat.

Het substraat bestaat uit (in volume):
10 delen stro
4 delen koeienmest
3 delen vermiculiet
3 delen water

Mix de droge componenten in een bak en voeg daarna het water toe. Mix het geheel zeer goed door elkaar.

Steriliseer het substraat vervolgens in een filterzak. Seal deze zak nog niet dicht, want je moet later het broed er nog aan toevoegen.

Na afkoeling kan je het broed verdelen over de filterzak met stro. Voor een standaard filterzak is een pot met broed voldoende.

Het broed moet eerst wel losgeschudt worden. Strooi daarna het broed in de filterzak en seal de zak daarna meteen dicht.

Het is belangrijk dat het broed gelijk verdeeld wordt over al het substraat om te vermijden dat het substraat niet helemaal of ongelijk zal koloniseren. Probeer dit te doen door de zak goed door elkaar te schudden. Vooral met een vochtige massa substraat in een filterzak kan dit echter soms wel lastig zijn.

Laat ook nu de tijd weer haar werk doen. Zet de filterzak in de incubator bij een temperatuur van 28 – 30 °C en na twee tot vier weken zal de substraat helemaal gekoloniseerd zijn met mycelium.

Nu is de laatste fase aangebroken. Neem een grote, schone bak, verspreid het gekoloniseerde substraat erin en breng een casinglaag aan. Sluit vervolgens de bak weer goed af met plastic folie.

Plaats de bak weer in de incubatieruimte en geef het mycelium tijd om een sterk netwerk te vormen door de casinglaag heen. Na een paar dagen, wanneer het mycelium duidelijk zichtbaar is door de casinglaag heen, kan het in vruchtvormende omstandigheden worden neergezet.

De vruchtvormende condities zijn:

  • (indirect) zonlicht
  • 24 – 25 °C
  • Luchtvochtigheid 95 – 100%