Etnomycoloog, naturopaat
Botanie- en medicijnenstudent Andrew Weil blijft na het ontvangen van zijn Harvard diploma vijftien jaar lang als research medewerker (volksgeneeskunde) bij het Harvard Botanical Museum werken. Tijdens deze jaren wordt zijn interesse vooral gewekt voor het medische aspect van psychotropische drugs. Dit resulteert in 1971 in een eerste boek: The Natural Mind, over de hang van mensen naar andere staten van bewustzijn.
Als lid van de Institute of Current World Affairs, reist hij vervolgens de hele wereld over om informatie te verzamelen over medicinaal gebruik van (psychotropische) planten. Zo komt hij in 1972 in het inmiddels befaamde Mexicaanse ‘magic mushroom dorpje’ Huautla de Jimenez terecht waar hij, onder toezicht van een curandera, participeert in een Velada.
Inmiddels staat Weil bekend als één van de belangrijke verdedigers van ‘integratiegeneeskunde’: een medische weg die zich van zowel reguliere als alternatieve medische technieken bedient. Hij is werkzaam aan de Universiteit van Arizona als directeur en oprichter van een integratiegeneeskunde programma en op de website van zijn adviesorganisatie op dit gebied, Weil Lifestyles LLC, geeft hij allerhande tips over hoe je zo gezond mogelijk kan leven.
Erkenning voor zijn talrijke bijdragen op het gebied van de etnologische mycologie, botanie en geneeskunde komt hem toe in 1995 wanneer een psilocybine paddenstoel naar hem vernoemd wordt: de Psilocybe Weilii. Naamgevers zijn Dr. Gaston Guzman, Fidel Tapia en mycoloog Paul Stamets.
Zijn standpunt ten aanzien van de War on Drugs heeft Weil nooit onder stoelen of banken gestoken. In zijn boek From Chocolate to Morphine schrijft hij: ‘Drugs zullen altijd blijven bestaan. De geschiedenis leert dat het ijdel is om te hopen dat drugs ooit zullen verdwijnen en dat elke genomen moeite om hen te doen verdwijnen gedoemd is te mislukken.’