Hoewel psilocybine en psilocine momenteel niet als geneesmiddelen worden toegepast hebben onderzoeken en case reports bewezen dat deze stoffen wel degelijk een medicinaal en therapeutisch nut kunnen dienen.
In 2001 werd aan de Universiteit van Arizona voor het eerst in 30 jaar weer onderzoek gedaan naar een psychedelicum. Het door de FDA goedgekeurde onderzoek werd geleid door Dr. Francisco Moreno. In dit onderzoek werd psilocybine toegediend aan negen patienten gediagnosticeerd met een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis. Hieruit werd duidelijk dat psilocybine veilig kon worden gebruikt door patienten met OCPS. Het onderzoek wees uit dat een groot deel van de patienten na toediening van psilocybine significant minder OCPS symptomen vertoonde.
In juli 2006 publiceerde de John Hopkins Universiteit resultaten van een klinische studie waar pure psilocybine werd toegediend aan een groep vrijwilligers. De groep bestond uit 36 mensen die het middel nog niet eerder hadden geprobeerd. Zes vrijwilligers kregen een ritalin placebo toegediend, de overige 30 kreeg 30 miligram pure psilocybine toegediend. Dat is een dosis die grofweg overeenkomt met vijf gram gedroogde psilocybe paddenstoelen.
Na iedere sessie werd de vrijwilligers gevraagd hun ervaring te evalueren. Soms beschrijft men de ervaring als onplezierig. “Hallucinogenen onthullen de waarheid”, zegt Dr. Charles Grob, onderzoeker bij het project. “Soms is het nodig om door de duisternis te gaan om het licht te zien”.
Vrijwilligers worden tijdens het experiment begeleid door twee getrainde mentoren, in een omgeving die meer weg heeft van een huiskamer dan een klinische onderzoeksruimte. Het decor omvat onder andere een comfortabele bank, hoofdtelefoons en hulpmiddelen die de spirituele reiziger kunnen ondersteunen.
Tijdens het onderzoek ervaarden de vrijwilligers mystieke ervaringen, die vaak werden omschreven als een gevoel van eenheid met de wereld. Deze ervaringen werden niet als recreationeel en vermakelijk gezien, maar als diepe, betekenisvolle spirituele gebeurtenissen. Vierteen maanden later zei de helft van de vrijwilligers dat de ervaring voor hen aanzienlijke positieve verbeteringen in levensgeluk en gedrag teweeg had gebracht. Er werden geen negatieve lange termijnseffecten gemeld.
Momenteel loopt er aan de John Hopkins University opnieuw een onderzoek met psilocybine. In dit onderzoek word de geestelijke staat die wordt opgeroepen door toediening van psilocybine bij kankerpatienten onderzocht. Er wordt gekeken wat de impact is op psychologisch ongemak en spiritualiteit.
Clusterhoofdpijn en psilocybine
Clusterhoofdpijn is een zeldzame, uiterst pijnlijke vorm van hoofdpijn die gerelateerd is aan, maar anders is dan migraine. Deze aandoening wordt soms beschreven als de meest pijnlijke aandoening die bestaat. De hoofdpijnen kunnen uren aanhouden en komen vaak in episodes. De oorzaak is onduidelijk, en er bestaat geen genezend medicijn.
Door te experimenteren en positieve feedback van andere ‘clusterheads’, werkt een groep patienten samen onder de naam ‘Clusterbusters’. Deze patienten rapporteren dat het gebruik van (soms uiterst kleine hoeveelheden) psilocybine bevattende paddenstoelen de clusterhoofdpijn episodes kan stoppen en voorkomen. Momenteel wordt op Harvard onderzoek verricht naar de relatie van psilocybine en andere indool-ring entheogenen (LSD,LSA) en clusterhoofdpijn.
Paddo’s veranderen persoonlijkheid
In een onderzoek met psilocybine (de werkzame stof in paddo’s) in 2011 werd duidelijk dat sommige deelnemers aan het experiment tenminste zestien maanden lang opener dan voorheen waren. Het onderzoek werd uitgevoerd door de John Hopkins University in de Verenigde Staten.
Aan deze studie deden 52 proefpersonen mee, allen ontvingen zij een dosering psilocybine. Na afloop van het experiment vulden de deelnemers een vragenlijst met stellingen in. Openheid werd bijvoorbeeld gemeten door te bepalen of iemand vond dat hij een levendige fantasie had, en of hij veel verschillende emoties en gevoelens ervaarde.
14 maanden na het onderzoek vond 94% van de deelnemers het middel toegediend hadden gekregen dat zij de ervaring tot hun vijf meest belangrijke gebeurtenissen uit hun leven rekenden.
Paddo’s in strijd tegen depressie
In 2012 ontdekte een Brits onderzoeksteam onder leiding van professor David Nutt dat paddo’s mogelijk als medicijn tegen depressie ingezet kunnen worden. Bij dit onderzoek werd de hersenactiviteit van proefpersonen gescand met een MRI scanner. De proefpersonen kregen in de scanner een dosis psilocybine toegediend, waardoor het verschil tussen voor en na inname goed te meten was. Duidelijk werd dat na inname van psilocybine, met name de hersendelen die erg dicht bezaaid zijn met zenuwcellen minder bloed krijgen.
Deze delen van de hersenen zijn betrokken bij het sturen van informatiestromen in de hersenen, dus activiteit in deze gebieden kan wel verklaren waarom de realiteit zo anders waargenomen wordt: informatie van verschillende zintuigen kan door elkaar gaan lopen.
Een van de hersendelen waar de bloedstroom minder werd, de mediale prefrontale cortex, is al in eerder onderzoek gerelateerd aan depressie.
Bij depressieve mensen is de mediale prefrontale cortex echter hyperactief, dus dat zou goed verklaren waarom psilocybine, die de activiteiten in dat gebied juist verlaagt, een therapeutische werking kan hebben.