Het kweken van Psilocybe cubensis op een substraat van rogge, afgedekt met een casinglaag is een van de meest eenvoudige en daardoor ook een van de meest gebruikte methodes. Alle soorten van de Psilocybe cubensis groeien zeer goed op een substraat van rogge, afgedekt met een casinglaag.
Om cubensis te kunnen kweken op rogge heb je het volgende nodig:
- rogge
- water
- een pot of filterzak
- snelkookpan
- inoculant (sporenspuit, mycelium op agar)
- bak + deksel
- casinglaag
De hoeveelheden van de ingredienten zijn als volgt: 1 deel rogge 0.7 – 0.9 deel water De rogge, wat de basis vormt voor het substraat, moet eerst gesteriliseerd worden. Hiervoor moet je het vermengen met water, meestal wordt dit gedaan in de verhouding 1:0.8. Wanneer je grotere hoeveelheden rogge gebruikt in een filterzak, doe er dan in verhouding minder water bij, omdat het anders een te drassige substantie wordt. Bij kleinere hoeveelheden kan je wat meer water gebruiken.
Een pot rogge moet in de snelkookpan op 15 psi gesteriliseerd worden gedurende een uur. Een volle filterzak moet twee uur lang worden gesteriliseerd op 15 psi. Houd in gedachten dat de rogge water absorbeert. Tijdens het sterilisatieproces groeit de rogge dus eigenlijk. Vooral wanneer je een potje hebt gebruikt is het belangrijk dat deze niet helemaal gevuld is. De rogge heeft ruimte nodig. Tevens maakt wat extra ruimte het mogelijk om het goed te kunnen schudden.
Als de potten uit de snelkookpan komen zal je zien dat de rogge aan de onderkant natter is dan de rogge aan de bovenkant. Het is erg belangrijk dat wanneer de rogge nog warm is de pot goed door elkaar wordt geschud. De natte en droge rogge wordt dan goed door elkaar gemengd. Laat de pot rogge daarna geheel afkoelen tot kamertemperatuur.
Vervolgens is de gesteriliseerde rogge klaar om geïnjecteerd te worden. Open de pot en injecteer wat sporenwater. Sluit de pot snel en goed. Na het injecteren moet je de pot even goed schudden, zodat de sporen zich door het hele substraat verspreiden. Voorlopig is je werk nu klaar. De sporen hebben tijd nodig om tot mycelium uit te groeien. Zet ze weg op een warme en donkere plaats van ongeveer 28 – 30 °C.
Na een paar dagen zul je de eerste witte stippen zien verschijnen. Dit is het begin van de groei: het mycelium. Na twee tot vier weken zal het hele substraat witgekleurd zijn. De snelheid waarmee het mycelium groeit hangt sterk af van de warmte en de hoeveelheid sporen in het substraat. Door iedere 4 -5 dagen de pot opnieuw te schudden kan de groei sterk versneld worden. Tevens blijven de rogge en het mycelium op deze manier los en kruimelig.
Wanneer het substraat helemaal is gekoloniseerd, is het tijd om het af te dekken met een casinglaag. Schud eerst het mycelium tot het helemaal los is. Dit kan lastig zijn omdat de rogge tot grote, stevige stukken mycelium zijn gevormd.
Maak een bak die je voor de kweek wil gebruiken, goed schoon. Open de pot en verspreid de inhoud over de bak. Nu kan de casinglaag toegevoegd worden. Deze moet ongeveer 0.5 – 1 cm dik zijn. Zorg dat hij helemaal vlak is en bedek de bak weer met een deksel.
Zet de bak in een incubatieruimte weg voor een paar dagen. Het mycelium heeft wat tijd nodig om door de casinglaag heen te groeien. Zorg dat de bak goed is afgesloten. Wanneer je ziet dat het witte mycelium zo’n 20 -30% van de oppervlakte van de casinglaag bedekt is het tijd om het aan vruchtvormende omstandigheden bloot te stellen. Zet het geheel dus neer in een ruimte met licht, verse lucht en een lagere temperatuur. Houdt tevens de luchtvochtigheid op een hoog peil. Na ongeveer een week zullen de eerste paddestoelen opkomen.